Fair pay is altijd belangrijk geweest voor Harmen van der Hoek, die al vier jaar zakelijk leider was van NITE (nationaal interdisciplinair theater ensemble) en dansgezelschap Club Guy & Roni toen in 2017 de fair practice code werd ingevoerd. “De Cao Toneel en Dans was en is de basis voor alle afspraken, met zowel vaste als freelance medewerkers. Toen we nog werden ondersteund vanuit het Fonds Podiumkunsten was dat wel moeilijker dan nu als BIS-instelling. Het fonds stelt namelijk fair pay als eis maar levert er niet de benodigde extra middelen bij. Dan betekent eerlijke betaling vrijwel automatisch minder maken.”
Verdeeld over de twee poten van het interdisciplinaire theaterhuis telt de organisatie 45 medewerkers in vaste dienst. Die kunnen aanspraak maken op 25 vakantiedagen, twaalf ATV-dagen en een eindejaarbonus van €400 bruto. Daarnaast kunnen zij voor €3,50 per dag een verse lunch genieten, waar de werkgever aan meebetaalt. En iedere dinsdagochtend is er fysiotherapie voor wie zich daarvoor inschrijft. Via het Sociaal Fonds Podiumkunsten, waar zowel werknemer als werkgever premie voor afdraagt, worden cursussen en trainingen bekostigd. Speciaal voor de dansers van Club Guy & Roni is er een omscholingsfonds, wederom gefinancierd door werknemer en werkgever, dat medewerkers voorbereidt op een carrière na de jaren op de planken.
“Wij hebben altijd de voorkeur voor loondienst gehad omdat je dan niet het risico loopt op schijnzelfstandigheid”, stelt Van der Hoek. “Natuurlijk is er een groep die liever zelfstandig blijft en de combinatie van freelance en een vast contract niet fijn vindt. Als dat goed beargumenteerd kan worden, dan gaan we er in mee. Maar dat is lang niet altijd zo. Technici zijn in een grijs gebied. Het zijn specialisten die indien nodig zelf voor vervanging kunnen zorgen. Maar wij bepalen wanneer de voorstelling plaatsvindt, waardoor er toch een soort gezagsverhouding is en een vast contract meest passend zou zijn. In de praktijk kunnen we het rooster echter niet vullen zonder freelancers. Naast ons vast techniekensemble, merendeel fulltimers, huren we daarom mensen in voor licht, geluid en video.”
Naast technici bestaat het zzp-contingent uit verschillende groepen waarvoor de tarieven op diverse wijze tot stand komen. “Schrijvers en regisseurs stellen hun eigen fee voor, waarbij soms hun marktwaarde meespeelt. Ontwerpers van geluid, licht, decor en kostuums werken meestal met vaste bedragen die gebaseerd zijn op een inschatting van het aantal uren en de omvang van de opdracht”, vertelt Van der Hoek. “Als ze ook actief zijn in Duitsland of Frankrijk, waar de tarieven hoger liggen, vragen ze soms bedragen die wij niet kunnen betalen. Regisseurs en artistiek eindverantwoordelijken geef ik inzage in de begroting om ook te laten zien dat bijvoorbeeld de keuze voor achttien acteurs betekent dat we minder te besteden hebben aan decor.”
Onder de vlag Bab Ad-Daar organiseren statushouders en vluchtelingen participatieprogramma’s waar zij een vrijwilligersbijdrage tot €175 per maand voor krijgen. Daarnaast vinden jaarlijks vijftien stagiairs van mbo en hbo een plek bij verschillende organisatieonderdelen. Een bijzondere stagevorm is de Poetic Disaster Club, waar ieder jaar vier tot zeven studenten van dans- en theateropleidingen negen maanden lang meelopen tegen een vergoeding van €400 per maand. Want Van der Hoek vindt: “Als een van de weinige BIS-instellingen in het noorden van Nederland hebben we een verantwoordelijkheid op het gebied van talentontwikkeling.”
