Koen Bartijn, artistiek leider Voorheen De Gemeente
Kunstinitiatief Voorheen De Gemeente heeft de afgelopen vijf jaar een flinke groeispurt doorgemaakt, vertelt artistiek leider Koen Bartijn. “Het programma is uitgebreid tot educatie, publieke functies, een residentie en talentontwikkeling. De begroting is verdubbeld en het team uitgebreid. De aanscherping van de Wet DBA per 1 januari 2025 dwingt ons tot een volgende transitie.”
Maar groeien gaat niet zonder pijn. “Volgens de nieuwe regels zouden bijna al onze zzp’ers in vaste dienst moeten en de meeste willen niet. Toch zullen de zzp’ers die structureel werk voor ons doen een vast contract krijgen. De anderen krijgen contracten voor losse opdrachten op projectbasis met een duidelijke begin- en eindtijd en de verloning zal lopen via een payrollsysteem. Ook zal er meer gerouleerd worden. De scheiding tussen vast en tijdelijk moet duidelijker worden.”
Voorheen De Gemeente streeft naar volledige transparantie over de hoogte van beloningen. Die worden ontleend aan de richtlijnen van De Zaak Nu. “Contracten ontstaan in een wederkerig gesprek”, vertelt Bartijn. “Wij vragen wat iemand nodig heeft om rond te komen en prettig te kunnen werken. Bij piekmomenten werken we gezamenlijk over en als de fondsenwerving het toelaat, krijgt iedereen dan een bonus. Dat is twee jaar op rij voorgekomen.”
Ook voor gastcuratoren, ontwerpers en fotografen wordt het uurtarief in overleg bepaald. Ervaring en hoelang de samenwerking al bestaat tellen mee. Exposerend kunstenaars krijgen betaald via de richtlijn kunstenaarshonoraria, waarbij “we er vaak €50 tot €100 bovenop doen omdat we kunstenaars ook vragen te vertellen over hun werk en aanwezig te zijn bij de kick-off van tentoonstellingen.”
Er is de intentie vaste werknemers en zzp’ers naast loon ook opleidingsmogelijkheden te bieden, maar “het lukt nu vaak niet vanwege tijdgebrek. We zijn daarom bezig met een strategie om het beter te kunnen inplannen. Het gaat dan om een cursus PR of deelname aan een conferentie voor de medewerker educatie.”
Naast een vrijwilligerspool van vijftien personen die voor €50 per dienst optreden als suppoost bij tentoonstellingen, is er Club VHDG. “Dat is een zelf organiserend collectief van aspirant-kunstenaars uit het noorden die samen twee keer per jaar een tentoonstelling maken onder de vleugels van Voorheen De Gemeente. Onderdeel van het programma is begeleiding door professionele kunstenaars en workshops. In het verleden zijn leden van Club VHDG doorgestroomd naar het vaste team, eentje is onlangs projectleider geworden. Daaruit blijkt onze ontwikkelfunctie binnen de regio.”
Onderdeel daarvan zijn ook de drie residenties die VHDG per jaar organiseert. “De vergoeding die we geven is gelijk aan de regeling Kunstenaar Basis van het Mondriaan Fonds plus onkostenvergoeding en materiaalkosten. Als tegenprestaties verwachten we dat kunstenaars workshops geven en samenwerken met de medewerker educatie. Vroeger waren de residenties korter maar toen waren deelnemers eigenlijk vooral bezig met het voorbereiden van hun volgende klus. Door ze langer de tijd en een groter bedrag te geven kunnen ze echt aan de slag. Dat levert meer op voor hen en voor ons.”
Bartijn onderschrijft de regels die zorgen voor eerlijker beloning maar ziet ook dat het toegenomen aantal regels de spontaniteit wegneemt. “Kunstenaars werken vanuit een intrinsieke behoefte, om waarde toe te voegen waar deze waarde nog niet bestaat. Ook als er geen geld is maar wel een idee storten zij zich op het experiment. Moeten we deze wil en noodzaak om te maken altijd van bovenaf inperken als er niet voldoende financiering is?”
