“Wat zijn jouw roze koeken?”, vraagt Stan van Herpen als hij nieuwe mensen aanneemt. “Waar word jij blij van?”, bedoelt de zakelijk directeur en programmamaker van de literaire organisatie Watershed daarmee. “Als je de drive en motivatie van mensen serieus neemt, draagt dat bij aan hun tevredenheid. Heel pragmatisch zorgt dat ervoor dat ze langer bij je blijven, zoals het geval is bij Watershed.”
Zeker in de beginjaren, na de oprichting van Watershed in 2015, was die intrinsieke motivatie belangrijker dan de financiële beloning. Maar terwijl medewerkers in deze ‘investeringsperiode’ relatief weinig betaald kregen, was de vergoeding voor makers van meet af aan goed. “Dat is deels uit idealisme”, vertelt Van Herpen. De oprichter en artistiek directeur is zelf als schrijver begonnen en ergerde zich aan de structurele onderbetaling van makers. Maar ook hier speelt een zeker pragmatisme: “We wilden er meteen goed opstaan bij de schrijvers om zo goodwill op te bouwen.”
Voor de beloning van schrijvers hanteert Watershed de richtlijn van VLAM21, het samenwerkingsverband van literaire organisaties. “Dat is een minimum en daar gaan we boven zitten. Op die manier dichten we het gat een beetje tussen bekende namen die teveel vragen en onbekende namen die anders genoegen zouden nemen met onderbetaling. Voor een optreden van een kwartier betalen we niemand minder dan €500. Als er speciaal voor de gelegenheid nieuw werk is gemaakt dan gaat het tarief naar een minimum van €1000. Maar we hebben ook een bovengrens. Voor ons festival, dat in december zijn eerste editie beleeft, betalen we uit principe maximaal €7500 per act.”
Van het vijfkoppige kernteam is Van Herpen sinds 1 januari 2025 de enige in vaste dienst. Hij wordt betaald volgens de Cao Toneel en Dans. Het is de bedoeling dat een deel van kernteam komend jaar volgt, maar niet iedereen wil. Zo heeft de artistiek directeur al een vaste aanstelling voor 2,5 dag per week als docent aan kunstacademie St Joost en is nog een vast dienstverband fiscaal onaantrekkelijk. Van Herpen: “Volgens de regels van de Belastingdienst kan zij zzp’er blijven omdat ze haar eigen werk kan inrichten. Toch zal ze waarschijnlijk voor 0,5 FTE in vaste dienst komen, net als de marketeer.”
Wie blijft werken als zzp’er kreeg tot eind vorig jaar €50 per uur en sindsdien €55 per uur, wat boven de norm van anderhalf keer het Cao-brutoloon zit. “Voor de freelancers met wie we regelmatig samenwerken betalen we ook de helft van de premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering, mits ze die aantoonbaar hebben. Onze bijdrage is een incentive om iets te regelen waar veel zzp’ers niet aan toekomen.”
De flexibele schil van fotografen, vormgevers, illustratoren en festivalproductiemedewerkers weet van tevoren hoeveel uur er voor een klus staat. “Tot 10% overuren betalen we gewoon uit, maar daarboven moeten we het erover hebben”, stelt Van Herpen. “Dat is redelijk goed te managen. Alleen bij langdurige projecten zoals Wolk, dat twee jaar beslaat, is het soms lastig om de uren binnen de perken te houden. Dan vraag ik mensen soms om hun werktijd te registreren en elk kwartaal verslag te doen. Als iemand kan aantonen dat hij die uren echt heeft gemaakt en dat ze nuttig waren, betalen we altijd uit.”
